LAAG. Kijk naar alles wat er in de wereld om je heen gebeurt, je voelt je aangevallen door de razendsnelle verandering, het is niet bij te houden. Wordt je bestaan bedreigd? Kan je jezelf nog wel zijn? Is dit hét moment om je te verzetten? Gaat alles zoals je het kent de afgrond in? Nee! Wat we nodig hebben, is rust, nuance, zelfvertrouwen en empathie.
LAAG slaat in als een mokerslag, gelijk aan ogenschijnlijk alomvattende en polariserende verandering. Onverbiddelijk doordenderende riffs, brute klanken en razende erupties blazen je omver. Daarnaast geeft LAAG rust en omarming met meeslepende en golvende klankwolken.
In de voorstelling LAAG speelt het Nachtlicht Ensemble het gelijknamige door Jos Baggermans en Tom Bouwmeister geschreven werk. Ondersteund door een kort filosofisch getint essay wordt het publiek meegenomen in een pleidooi voor empathie, nuance en rust in ogenschijnlijk bedreigende verandering.
Een crescendo in onrust, met gevaar voor focus op onbegrip en zelfs vijandigheid, zal in deze tijd door menig mens erkend worden. Deze erkenning brengt op diens beurt onrust bij ons componisten van het stuk LAAG. In dit beknopte essay geven we een filosofische ruggengraat aan de boodschap die we met deze compositie overbrengen.
Een beetje houvast voordat we de filosofische sferen betreden: als we schrijven in termen als onrust en verandering, is dit breed te interpreteren en moedigen we je aan om aan te voelen op welke manier dit op jouw leven aansluit. Denk aan problemen en verandering van geopolitiek tot besloten persoonlijke situaties.
Een treffende definitie van ontologische zekerheid1 is “de behoefte om jezelf te ervaren als één, continu persoon door de tijd – als zijnde, liever dan constant veranderend – om een gevoel van agentschap te realiseren.” 2 Deze definitie gaat vooral over het fysieke, met je eigen huid als grens van jezelf als eenheid. Op basis van de bemerkte onrust in de samenleving zetten wij deze definitie in het licht van sociale ontologische zekerheid, waarbij de grens van jezelf begrepen kan worden als het punt waar een gevoel van comfort ten opzichte van je normen, waarden, kennis en gewoontes, als inhoud van je identiteit, eindigt en overgaat naar een gevoel van vervreemding.
De onrust, het onbegrip en de frictie, die te vinden is op zowel persoonlijk als maatschappelijk niveau, lokaliseren wij gedeeltelijk in een starre focus op de behoefte aan sociale ontologische zekerheid. Deze starheid van de wens naar comfort, in de vorm van stabiliteit in je vastgestelde normen, waarden, kennis en gewoontes, is een ondermijning van diens eigen streven. Er is weinig ruimte voor de erkenning van noodzakelijke externe verandering en het feit dat je daaraan onderhevig bent; een gebrek aan oog voor de onvermijdelijke onwennigheid van het leven in een sociale context.
Dit betekent niet per definitie dat men diens normen en waarden compleet moet opschorten ten behoeve van radicale openheid voor andere perspectieven. Concreet: boos zijn, anderen inhoudelijk tegenspreken of protesteren is niet per definitie slecht, sterker nog, het zijn menselijke uitingen van frictie met een functie. Een oplossing voor de zelfsabotage van een onverbiddelijk streven naar comfort in identiteit, komt als flexibiliteit in de wisselwerking tussen je notie van jezelf en de verandering.
Om tot deze flexibiliteit te komen zijn empathie, rust, nuance effectieve instrumenten om de genoemde rigide behoefte naar comfort los te wrikken. Uiteindelijk is de situatie waarin je op basis van empathie, rust en nuance met zelfvertrouwen een relatie hebt gecreëerd tussen een vast zelfbeeld en de veranderende buitenwereld, het ideaalbeeld dat we hier schetsen. Dat zou betekenen dat je bron van een gevoel van comfort is verschoven van zekerheid over een strikt zelfbeeld, naar zekerheid over de onvermijdelijke wisselwerking en dynamiek tussen jezelf en de invloeden van buiten. Dit houdt uiteraard niet in dat je jezelf als eenheid moet ontkennen. Zodra je achting hebt voor een continu eigen eenheid, de externe invloeden en het feit dat ze beide essentieel zijn voor een gezonde realisatie van jezelf, geeft dat een eerlijker beeld naar jezelf en naar je medemens. Rust, nuance, empathie en zelfvertrouwen als middel tegen onbegrip en polarisatie.
1 Ontologie = zijnsleer. Ontologische zekerheid is zekerheid over je eigen zijn
2 Annete Markham, A Summary of Ontological Security (2021)
LAAG bestaat uit 4 in elkaar overvloeiende delen, ware het een klassieke symfonie. De muziek verklankt een verandering die wordt doorgegaan, met allerlei gevoelens die deze verandering teweeg kan brengen: irritatie, angst, genegenheid, nieuwsgierigheid, verdriet, strijdlust, voldoening.
In het eerste deel wordt de verandering verklankt: het begint ogenschijnlijk overzichtelijk: rust en regelmatig regeren, alle stemmen complementeren elkaar tot een ongestoord geheel. Echter wordt deze orde al gauw verstoord, muzikaal weergegeven door de drums en gitaar die zich van de blazers afwenden door uit een heel ander klankidioom te putten: de riffs hebben meer gelijkenissen met metal dan met het op de laat-twintigste-eeuwse minimal music geïnspireerde idioom waar het stuk mee begint. Door deze discrepantie ontstaat wrijving, waaruit een confrontatie voortkomt: een apotheose van hevige klanken maakt een eind aan dit deel.
Dan volgt de verstilling. Deel 2 begint vanuit niets: ontastbare klankvelden bieden ruimte voor contemplatie. Wat doet de verandering met me? Wat zijn de gevolgen? Hoe voelt deze verandering? Biedt het misschien perspectief? Nee. De wanhoop is immer nabij. De klankvelden monden uit in een deel wat terug lijkt te blikken op het begin van het eerste deel: rust, orde, regelmatig lijken de boventoon te voeren, maar niets blijkt minder waar. De orde wordt al gauw verstoord, patronen worden doorbroken, de inzinking der redelijkheid wordt ingezet. Aan het eind van het deel worden alle virulente gevoelens toch nog naar de achtergrond gedreven: uit alle wanordelijkheid blijft een thema over waarop toch nog iets blijkt te bloeien, waarna het voltallige ensemble aanhaakt.
Het derde deel is geschreven in een rondovorm: ABACADA…etc. Aan het begin wordt het hoofdthema gepresenteerd: een energiek, doordenderend thema dat wordt afgewisseld met virtuoze tussenspelen, wat symbool staat voor het gevoel door elkaar geschud te worden door alle verandering die aan je voorbij raast zonder dat je er iets aan kunt doen. Dit hoofdthema wordt afgewisseld met secties waarin neerslachtigheid, strijdbaarheid, gebrokenheid en kilte worden verklankt.
Deel 4 vloeit naadloos hieruit voort: dromerig, rustig, mooi. Als een visioen wordt geschetst hoe het zou kunnen zijn. Maar een confrontatie met de vergankelijkheid van dromen is onvermijdelijk: een waarschuwing volgt, verklankt door een onstuimig thema in tuba en drums. Toch beseft het ensemble dat sommige verandering niet te stoppen is en berust het op acceptatie: thema’s worden hergebruikt en in een ander licht gezet, waarna een slotstuk de omarming van de verandering verklankt.
Gedreven door nieuwsgierigheid zoeken de jonge musici naar het Nachtlicht: het lijkt niet te bestaan, maar de glinstering ervan is veelbelovend. Met een groot pallet aan invloeden, interesses, ideeën, vaardigheden en karakters gaat Nachtlicht de uitdaging aan. Nieuwe manieren van muziek maken worden ontdekt door middel van improvisatie en compositie in combinatie met klanken en kunstvormen uit verschillende tijden, landen en stijlen. Zo gebruikt het ensemble naast moderne instrumenten soms barokinstrumenten, synthesizers en live electronics en haalt het inspiratie uit zowel wereldmuziek als moderne jazz. Met dit wijde spectrum schijnt het Nachtlicht op verschillende thema’s en onderwerpen: het publiek wordt meegenomen op een avontuur waarin altijd iets te zien of te horen is en doet onderweg nieuwe ervaringen op die in gedachten blijven leven.
Voor zijn unieke programma’s, podiumpresentatie en vernieuwende muzikale prestaties won Nachtlicht de pitch van het Grachtenfestival, de Oorkaanprijs en ontving het ensemble ondersteuning van Keep An Eye Foundation. Concertlocaties variërend van technoclubs tot kerken, maar ook concertzalen als TivoliVredenburg maakten al kennis met het Nachtlicht – en met meerdere projecten en tientallen concerten per jaar laat het actieve ensemble meer en meer van zich horen.
Saxofoon – Jos Baggermans
Trombone – Arjan Linker
Tuba – Luc Geraats
Gitaar – Tom Bouwmeister
Drums – Daan Jonker